gymnasium

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gym·na·si·um
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘instelling voor middelbaar onderwijs’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1876 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord gymnasium gymnasiums
gymnasia
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het gymnasiumo

  1. (onderwijs) een vorm van secundair onderwijs dat zich toelegt op het leren van de klassieke talen
    • De talen Grieks en Latijn zijn verplicht op het gymnasium. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
gymnasium gymnasiums

Zelfstandig naamwoord

gymnasium

  1. sportgelegenheid, plaats waar men aan fitness kan doen.