gup

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gup
Woordherkomst en -opbouw
  • (verkorting) van guppy, in de betekenis van ‘beenvis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1967 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord gup guppen
verkleinwoord gupje gupjes

Zelfstandig naamwoord

de gupm

  1. (straalvinnigen) levendbarend tandkarpertje en aquariumvisje uit Zuid-Amerika, Poecilia reticulata op Wikispecies
    • Zij hebben een aquarium vol met guppen. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
28 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen