gup
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gup
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) van guppy, in de betekenis van ‘beenvis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1967 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gup | guppen |
verkleinwoord | gupje | gupjes |
Zelfstandig naamwoord
gup m
- (straalvinnigen) levendbarend tandkarpertje en aquariumvisje uit Zuid-Amerika, Poecilia reticulata
- Zij hebben een aquarium vol met guppen.
Synoniemen
Verwante begrippen
termen uit de aquariumhouderij:
Gangbaarheid
- Het woord gup staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gup" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Verkorting in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 92 %
- Prevalentie Vlaanderen 28 %