guanaco
Uiterlijk

- gua·na·co
- via Spaans guanaco van Quechua wanaku, in de betekenis van ‘hoefdier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | guanaco | guanaco's |
verkleinwoord | guanacootje | guanacootjes |
de guanaco m
- (evenhoevigen) bepaald soort zoogdier, Lama guanicoe
, een wilde lama uit de familie der kameelachtigen (Camelidae
), een karakteristieke bewoner van de Zuid-Amerikaanse hoogvlakten en de grootste van de twee wilde lamasoorten
- kameelachtigen, evenhoevigen, walvissen en evenhoevigen, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord guanaco staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
guanaco | guanacos |
guanaco m
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Evenhoevigen in het Nederlands
- Zoogdieren in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 7
- Zelfstandig naamwoord in het Spaans
- Evenhoevigen in het Spaans
- Zoogdieren in het Spaans