groupie
Uiterlijk
- grou·pie
- Afgeleid van het Engelse group
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groupie | groupies |
verkleinwoord |
de groupie v
- een zeer trouwe fan van een muzikant op muziekgroep
- Ik heb meisjes weggedragen zien worden, omdat ze waren flauwgevallen. Net als die groupies toen met Doe Maar.” [1]
- Het woord groupie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "groupie" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Trouw Babette Rijkhoff– 12:14, 31 maart 2018 Het succes van de familievloggers: 'We hebben een tijdje met de gordijnen dicht geleefd'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be