grondlegger

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grond·leg·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grondlegger grondleggers
verkleinwoord grondleggertje grondleggertjes

Zelfstandig naamwoord

de grondleggerm

  1. oprichter, stichter, iemand die ergens de basis van gelegd heeft.
    • Niels Bohr is de grondlegger van de kwantummechanica 
     Scrambler vertelde dat hij erg geïnspireerd was door de legendarische Grandma Gatewood, de grondlegger van de ultra-light beweging, om met een zo licht mogelijke uitrusting te lopen.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be