gronderig

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gron·de·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gronderig gronderiger gronderigst
verbogen gronderige gronderigere gronderigste
partitief gronderigs gronderigers -

Bijvoeglijk naamwoord

gronderig [1]

  1. eigenschappen van aarde hebbend
     Een steil houten laddertje voert naar een tunnel. Het ruikt bedompt, gronderig.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
43 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Jacob Hoekman
    “Smokkeltunnel brengt ook journalist in Gaza” (16-02-2012), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be