grondelen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Twee grondelende krakeenden
Uitspraak
Woordafbreking
  • gron·de·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
grondelen
grondelde
gegrondeld
zwak -d volledig

Werkwoord

grondelen [1]

  1. inergatief een manier van zich voeden met waterplanten op de bodem waarbij een watervogel zonder te duiken de kop onder water steekt en het achterlijf boven water blijft
    • Sommige soorten eenden, zoals pijlstaarten, grondelen naar voedsel; andere duiken. 
      Hoofdzakelijk leven zij van plantenkost, dien zij vooral op het land zoeken, hoewel zij ook in het water op den kop gaan staan om op den bodem te »grondelen”.[2]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Onze vogels (bewerkt naar Friderichs "Naturgeschichte de deutschen Vögel"” (1900-1902)