groepsvorming

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groeps·vor·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groepsvorming groepsvormingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

groepsvorming v [1]

  1. het ontstaan van verzameling met elkaar samenwerkende mensen
     Teirnquist show, Noorse televisie, oktober 2020Ja, je krijgt toch altijd een beetje groepsvorming op zo'n reis, dat is onvermijdelijk.[2]
     Soms worden de fysieke ontberingen en geestelijke vernederingen neergezet als onderdeel van de kennismakingstijd, belangrijk voor het creëren van een saamhorigheidsgevoel. Maar mensen die langdurig vernederd worden, ontwikkelen vooral iets anders, zegt Mann: gevoelens van schaamte en wraak. Uit haar onderzoek blijkt ook dat zulke ervaringen niet goed zijn voor de groepsvorming, zoals juist de bedoeling is.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Noorderlicht” (2021), de Crime Compagnie, ISBN 9789461094766
  3. Bronlink geraadpleegd op 3 februari 2022 Weblink bron “Extreme ontgroeningen: 'Wel verandering, maar niet uit te bannen'” (WO 8 SEPTEMBER,), NOS