groentemix

Uit WikiWoordenboek

groentemix

Nederlands

groentemix
Uitspraak
Woordafbreking
  • groen·te·mix
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groentemix groentemixen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de groentemixm

  1. (voeding) mengsel van verschillende groentes
     Nadat Richard zijn baan als stratenmaker door een ruzie kwijtraakte, kwam hij bij Millers terecht. „Dat was leuk. Van m’n stiefvader had ik al geleerd hoe je roerbak maakt. Nu weet ik ook hoe je een seizoensmenu met heekfilet, Hollandse garnalensaus en een groene groentemix bereidt.”[1]
     Tekenend is het voorbeeld dat ze in het voorwoord geeft. Luiten stuitte op een receptkaart van maaltijdkippensoep. De werkwijze? Meng een pot kippenbouillon met een zakje mix voor kip-kerrie, een zak voorgesneden groentemix, rijst, kipfilet en linzen, laat 15 minuten pruttelen en pureer. Hoezo zelfgemaakt?[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 december 2021 Weblink bron
    Michiel Bakker
    “Daklozen doen werkervaring op in restaurant” (27 november 2009), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 december 2021 Weblink bron
    Mariëlle Oussoren-Buys
    “Gerechten die écht van jezelf zijn” (1 oktober 2010), Reformatorisch Dagblad