gritstraalde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- grit·straal·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gritstralen |
gritstraalde
- enkelvoud verleden tijd van gritstralen
- Ik gritstraalde.
- Jij gritstraalde.
- Hij, zij, het gritstraalde.
- Ik gritstraalde.
vervoeging van |
---|
gritstralen |
gritstraalde