gritstraalde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grit·straal·de

Werkwoord

vervoeging van
gritstralen

gritstraalde

  1. enkelvoud verleden tijd van gritstralen
    • Ik gritstraalde. 
    • Jij gritstraalde. 
    • Hij, zij, het gritstraalde.