grijsscheendoek
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- grijs·scheen·doek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van grijs zn en scheendoek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grijsscheendoek | grijsscheendoeken |
verkleinwoord | grijsscheendoekje | grijsscheendoekjes |
Zelfstandig naamwoord
de grijsscheendoek m
- (primaten) Pygathrix cinerea primaat uit de familie van de apen van de Oude Wereld (Cercopithecidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Nadler in 1997. De soort komt voor in het midden van Vietnam.
Hyperoniemen
- apen van de Oude Wereld, smalneusapen, apen, primaten, zoogdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'grijsscheendoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.