griezelden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: griezelden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- grie·zel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
griezelen |
griezelden
- meervoud verleden tijd van griezelen
- Wij griezelden.
- Jullie griezelden.
- Zij griezelden.
- Wij griezelden.