grielen
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- grie·len
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grielen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de grielen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord griel
- meervoudsvorm als officiële benaming (steltloperachtigen) Burhinidae een familie van vogels waarvan de griel (Burhinus oedicnemus) de bekendste soort is. De meeste grielen zijn beschuttend bruin, grijs en geelachtig, met brede strepen bezijden de kop. Het voornaamste kenmerk zijn de grote ogen en de stevige snavel. Ook hebben ze lange, onbevederde poten en lange vleugels
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] Australische griel, Caribische griel, griel, grote griel, Indische griel, Kaapse griel, Peruaanse griel, rifgriel, Senegalese griel, watergriel
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord grielen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grielen" herkend door:
16 % | van de Nederlanders; |
36 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Steltloperachtigen in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 16 %
- Prevalentie Vlaanderen 36 %