grenzenlozers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grenzenlozers (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɣrɛnzə(n)lozərs/
Woordafbreking
- gren·zen·lo·zers
Woordherkomst en -opbouw
- grenzenlozer met de uitgang -s
Bijvoeglijk naamwoord
- grenzenlozers
- verouderde spelling of vorm van grenzelozers tot 2006
Gangbaarheid
- Het woord 'grenzenlozers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.