grensvlakjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grens·vlak·jes

Zelfstandig naamwoord

de grensvlakjes mv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord grensvlak
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=grensvlakjes&oldid=2793751"