grensverkeer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  grensverkeer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• grens·ver·keer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  grens zn  en  verkeer zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	grensverkeer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het grensverkeer o

1. verkeer dat een landsgrens passeert

   ▸ Vertegenwoordigers van de EU hebben keer op keer herhaald dat er niet opnieuw onderhandeld kan worden. May zegt dat ze haar akkoord met de EU kan redden, als de afspraken over het toekomstige grensverkeer tussen het Britse Noord-Ierland en EU-lid Ierland worden aangepast.

   ▸ Om het tekort aan medewerkers op te vangen, springen 750 douaniers bij. Doordat zij hun normale werk niet meer doen, is er langer oponthoud voor legaal grensverkeer. De overgeplaatste douaniers worden onder meer ingezet voor transport van gevangenen en toezicht in ziekenhuizen op gevangenen die medische zorg nodig hebben.

Gangbaarheid

• Het woord grensverkeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.