grensden aaneen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grens·den aan·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aaneengrenzen

grensden (…) aaneen

  1. meervoud verleden tijd van aaneengrenzen
    • Wij grensden aaneen. 
    • Jullie grensden aaneen. 
    • Zij grensden aaneen. 

Gangbaarheid