greep aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • greep aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aangrijpen

greep aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aangrijpen
    • Ik greep aan. 
    • Jij greep aan. 
    • Hij, zij, het greep aan. 


Gangbaarheid