graspol
Uiterlijk
- gras·pol
- samenstelling van gras en pol
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | graspol | graspollen |
| verkleinwoord | graspolletje | graspolletjes |
- samengegroeid klompje gras
- Een kraanvogelpaar maakt een nest in een graspol te midden van een moeilijk bereikbaar moeras.
- Het woord graspol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "graspol" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 90 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be