grasmus

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Grasmus (Curruca communis)
Uitspraak
Woordafbreking
  • gras·mus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grasmus grasmussen
verkleinwoord grasmusje grasmusjes

Zelfstandig naamwoord

de grasmusv / m

  1. (zangvogels) Sylvia communis op Wikispecies, een zangvogel uit de familie zangers Syviidae
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Vertalingen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen