grasluis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gras·luis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gras zn en luis [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grasluis | grasluizen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (halfvleugeligen) een bladluis die behoort tot de familie van de bladluizen (Aphididae) ?
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord grasluis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.