grand prix
Uiterlijk
- Geluid: grand prix (hulp, bestand)
- grand prix
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grand prix | grand prixs grands prix |
verkleinwoord |
de grand prix m
- (sport) de grootste wedstrijd van een bepaalde sport
- De Grand Prix Special is het laatste onderdeel van de teamwedstrijd dressuur. Wellicht zit er een medaille in voor Team NL, want Nederland is erg sterk in dit onderdeel. Sinds de Spelen van '92 worden hier altijd een of meer medailles gepakt. [1]
- (sport) belangrijkste formule-1 racewedstrijd van een land
- Red Bull heeft nog lang geen zicht op de wereldtitel. Is het een verloren seizoen of kan Verstappen toch nog iets teweeg brengen voor de zomerstop? Race-expert Mark Koense en sportredacteur Frank Huiskamp bespreken de kansen en blikken vooruit op de Grand Prix van Canada.[2]
1. de grootste wedstrijd van het land voor een bepaalde sport
- Het woord grand prix staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.