grafeem

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gra·feem
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schriftteken’ voor het eerst aangetroffen in 1976 [1]
  • met het voorvoegsel graf- en met het achtervoegsel -eem
enkelvoud meervoud
naamwoord grafeem grafemen
verkleinwoord grafeempje grafeempjes

Zelfstandig naamwoord

het grafeemo

  1. het kleinste deel van een woord dat in de geschreven taal een of soms enkele klanken representeert
Verwante begrippen

Gangbaarheid

25 % van de Nederlanders;
21 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen