graden
Uiterlijk
- gra·den
de graden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord graad
- ▸ Een ijzig stuk sneeuw dat onder een helling van 45 graden naar beneden liep. Langs een smal paadje moesten we voetje voor voetje proberen de 20 meter te overbruggen. Niet naar beneden kijken, want anders val je misschien 800 meter naar beneden.[1]
- Het woord graden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers