gradeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gra·deer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
graderen |
gradeerde
- enkelvoud verleden tijd van graderen
- Ik gradeerde.
- Jij gradeerde.
- Hij, zij, het gradeerde.
- Ik gradeerde.
vervoeging van |
---|
graderen |
gradeerde