graaft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • graaft

Werkwoord

vervoeging van
graven

graaft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van graven
    • Jij graaft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van graven
    • Hij graaft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van graven
    • Graaft!