graafschap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • graaf·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord graafschap graafschappen
verkleinwoord graafschapje graafschapjes

Zelfstandig naamwoord

het graafschapo

  1. het graaf zijn
  2. (politiek) grondgebied, bestuurd door een graaf
  3. (politiek) bestuursgewest (county) in Engeland
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen