goudvos

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • goud·vos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord goudvos goudvossen
verkleinwoord goudvosje goudvosjes

Zelfstandig naamwoord

de goudvosm

  1. (roofdieren) goudkleurige vos
  2. (paardrijden) (onevenhoevigen) goudkleurig paard
  3. (kleur) goudbruine kleur
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

63 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen