gordeldierachtige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gor·del·dier·ach·ti·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gordeldierachtige gordeldierachtigen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gordeldierachtigem

  1. (dierkunde) aanduiding voor een tot de orde van gordeldierachtigen (Cingulata op Wikispecies) behorend zoogdier
    • De gordelmol is een gordeldierachtige. 
Hyponiemen

Bijvoeglijk naamwoord

gordeldierachtige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gordeldierachtig
     De lijken zijn zo te zien vooral pissebedden, die gordeldierachtige beestjes die bij leven plat door huizen dolen, maar rond sterven.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 mei 2022 Weblink bron
    Annie Dillard
    “De overvloed” (2020), Atlas Contact, Amsterdam, ISBN 9789025462147, hfst. Paganisme