googelt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • goo·gelt

Werkwoord

vervoeging van
googelen

googelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van googelen
    • Jij googelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van googelen
    • Hij googelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van googelen
    • Googelt!