goochelen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van goochelen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		goochelen			te goochelen
	toekomend		zullen goochelen			te zullen goochelen
voltooid	tegenwoordig		hebben gegoocheld			te hebben gegoocheld
	toekomend		gegoocheld zullen hebben			gegoocheld te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	goochelend		gegoocheld			ev. goochel	mv. verouderd goochelt	goochele
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	goochel	goochelt	goochelt	goochelt	goochelt	goochelen	goochelen	goochelen
verleden (o.v.t.)	goochelde	goochelde	goochelde	goochelde	goochelde	goochelden	goochelden	goochelden
toekomend (o.t.t.t.)	zal goochelen	zult/zal goochelen	zult/zal goochelen	zult goochelen	zal goochelen	zullen goochelen	zullen goochelen	zullen goochelen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou goochelen	zou goochelen	zou(dt) goochelen	zoudt goochelen	zou goochelen	zouden goochelen	zouden goochelen	zouden goochelen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gegoocheld	hebt gegoocheld	hebt/heeft gegoocheld	hebt gegoocheld	heeft gegoocheld	hebben gegoocheld	hebben gegoocheld	hebben gegoocheld
verleden (v.v.t.)	had gegoocheld	had gegoocheld	had gegoocheld	hadt gegoocheld	had gegoocheld	hadden gegoocheld	hadden gegoocheld	hadden gegoocheld
toekomend (v.t.t.t.)	zal gegoocheld hebben	zal/zult gegoocheld hebben	zult/zal gegoocheld hebben	zult gegoocheld hebben	zal gegoocheld hebben	zullen gegoocheld hebben	zullen gegoocheld hebben	zullen gegoocheld hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gegoocheld hebben	zou gegoocheld hebben	zou/zoudt gegoocheld hebben	zoudt gegoocheld hebben	zou gegoocheld hebben	zouden gegoocheld hebben	zouden gegoocheld hebben	zouden gegoocheld hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gegoocheld worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gegoocheld				er is gegoocheld
verleden	er werd gegoocheld				er was gegoocheld
toekomend	er zal gegoocheld worden				er zal gegoocheld zijn
voorwaardelijk	er zou gegoocheld worden				er zou gegoocheld zijn
lijdende vorm gegoocheld worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		gegoocheld worden			gegoocheld te worden
	toekomend		gegoocheld zullen worden			gegoocheld te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		gegoocheld zijn			gegoocheld te zijn
	toekomend		gegoocheld zullen zijn			gegoocheld te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	word gegoocheld	wordt gegoocheld	wordt gegoocheld	wordt gegoocheld	wordt gegoocheld	worden gegoocheld	worden gegoocheld	worden gegoocheld
verleden (o.v.t.)	werd gegoocheld	werd gegoocheld	werd gegoocheld	werdt gegoocheld	werd gegoocheld	werden gegoocheld	werden gegoocheld	werden gegoocheld
toekomend (o.t.t.t.)	zal gegoocheld worden	zult gegoocheld worden	zult gegoocheld worden	zult gegoocheld worden	zal gegoocheld worden	zullen gegoocheld worden	zullen gegoocheld worden	zullen gegoocheld worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou gegoocheld worden	zou gegoocheld worden	zou/zoudt gegoocheld worden	zoudt gegoocheld worden	zou gegoocheld worden	zouden gegoocheld worden	zouden gegoocheld worden	zouden gegoocheld worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben gegoocheld	bent gegoocheld	bent/is gegoocheld	zijt gegoocheld	is gegoocheld	zijn gegoocheld	zijn gegoocheld	zijn gegoocheld
verleden (v.v.t.)	was gegoocheld	was gegoocheld	was gegoocheld	waart gegoocheld	was gegoocheld	waren gegoocheld	waren gegoocheld	waren gegoocheld
toekomend (v.t.t.t.)	zal gegoocheld zijn	zult gegoocheld zijn	zult gegoocheld zijn	zult gegoocheld zijn	zal gegoocheld zijn	zullen gegoocheld zijn	zullen gegoocheld zijn	zullen gegoocheld zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gegoocheld zijn	zou gegoocheld zijn	zou/zoudt gegoocheld zijn	zoudt gegoocheld zijn	zou gegoocheld zijn	zouden gegoocheld zijn	zouden gegoocheld zijn	zouden gegoocheld zijn