gonfler
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Ontwikkeld uit Volkslatijn *gonflare “opblazen”, met onverklaarbare, stemhebbende g-, uit literair Latijn conflare “aanwakkeren” (van vuur, hartstocht). [1]
Werkwoord
gonfler
- oppompen, opblazen
- «Des ballons que l’on gonflait»
- Ballonnen die we opbliezen.
- «Des ballons que l’on gonflait»
- (spreektaal) de strot uit komen, op de zenuwen werken
- «Putain, ça me gonfle!»
- Dat komt me verdomme de strot uit!! [2]
- «Putain, ça me gonfle!»
- (spreektaal) opvoeren (van een brommer) [2]
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron gonfler in: Trésor de la langue française informatisé, Dictionnaire de l’Académie française, huitième édition, 1932-1935 (1991-1994) op cnrtl.fr
- ↑ 2,0 2,1 Wouw, Berry van de, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 106