gomachtig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gom·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gomachtig | gomachtiger | gomachtigst |
verbogen | gomachtige | gomachtigere | gomachtigste |
partitief | gomachtigs | gomachtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gomachtig [1]
- lijkend op gom of hars
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'gomachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gomachtig" herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
25 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be