golfveld

Nederlands

golfveld

Uitspraak

• Geluid:  golfveld    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• golf·veld

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  golf zn  en  veld zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	golfveld	golfvelden
verkleinwoord	golfveldje	golfveldjes

Zelfstandig naamwoord

het golfveld o

1. plaats waar men de golfsport kan beoefenen

   • Enschede kent twee maaivarianten: wekelijks of tweemaal per jaar. D66 en BBE stellen voor daarvan tweewekelijks en vier keer per jaar te maken. Zodat de stad het aanzien weer waard is. „Want”, stellen Tillema en Teutelink, „het zijn tenslotte de inwoners van de stad die elke dag met de aanblik van het openbaar te maken hebben. „Vaak is de klacht niet dat het gras niet zo kort is als een golfveld, maar dat het tot de knieën staat.”  
   • Maar Bill jr. kan bij de man aan de band geen kwaad doen. Hij heeft een hekel aan recepties en golfvelden, hij houdt van vissen en ijshockey en rijdt elke avond na het werk in zijn kobaltblauwe Mustang recht naar huis, naar zijn vrouw en vier kinderen. En bovenal laat hij er geen twijfel over bestaan dat hij het als een ereplicht beschouwt om de Ford Motor Company in zijn oude glorie te herstellen. "Mislukken in mijn opdracht is simpelweg geen optie."  
   • Critici verwachten weinig van de sociale politiek van Kibaki, die zelf een van de rijkste politici van Kenia is. Hij vertegenwoordigt volgens hen de belangen van grote bedrijven en staat ver van de gewone man af. Daniël arap Moi liet zich veelvuldig filmen in de kerk. Keniaanse journalisten verwachten al veel tijd door te gaan brengen op het golfveld, waar Kibaki zich regelmatig aan zijn grote hobby wijdt.  

Synoniemen

• golfterrein, golfbaan

Vertalingen

    1.   

Engels: golf course (en)

Gangbaarheid

• Het woord golfveld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "golfveld" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
94 %	van de Vlamingen.