golftas

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

golftas
Uitspraak
Woordafbreking
  • golf·tas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord golftas golftassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de golftasv / m

  1. tas waarin golfstokken gedragen worden, vaak voorzien van wieltjes
    • Op de laatste dag kon ik echter nog terugslaan en deed ik nog mee voor de overwinning, iets wat mij veel voldoening geeft. Ik ga nu enkele dagen proberen om de golftas aan de kant te zetten, maar ik denk dat dat moeilijk zal zijn.”[1] 
    • Wie (top)golf zegt, ziet mannen die rustig over de baan wandelen, op weg naar hun balletje ergens op de fairway of green. Achter hen loopt de caddy, oftewel de drager van de golftas. Ja, die hoeven ze zelf niet te dragen.[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. de Standaard 11/APRIL/2017
  2. Tubantia 19-SEPTEMBER-2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be