golfdag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • golf·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord golfdag golfdagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de golfdagm

  1. (sport) dag dat men golf speelt
     Van Gaal ging kort in op het doel van de golfdag. 'U kunt allemaal uw spieren gebruiken zoals u wilt, maar er zijn kinderen die niet eens zelf hun tanden kunnen poetsen. Daarom zamelen we geld in voor onderzoek. Daar is deze dag voor bedoeld', zei Van Gaal[1]
     Om de groep (Annemarie Damhuis, Jet Neef, Jan Rödel, Sandy de Munck Mortier, Herman Oude Brunink, Stephanie Veerdig en Henri Rijstenbil, red.) te ondersteunen maakte Anique Bossink een schilderij dat vervolgens een bedrag van 750 euro opbracht. Het door het Almelose bedrijf Kaleidoscope gekochte werk werd tijdens een golfdag in Wierden verloot en het was Marjon Booij die de gelukkige winnares was.[2]

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Bondscoach Van Gaal in Oldenzaal” (26-08-2013), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Anique Bossink” (29-08-2014), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be