gokt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gokt

Werkwoord

vervoeging van
gokken

gokt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gokken
    • Jij gokt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gokken
    • Hij gokt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gokken
    • Gokt!