goedgunstig
Uiterlijk
- Geluid: goedgunstig (hulp, bestand)
- goed·gun·stig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | goedgunstig | goedgunstiger | goedgunstigst |
verbogen | goedgunstige | goedgunstigere | goedgunstigste |
partitief | goedgunstigs | goedgunstigers | - |
goedgunstig
- dat die persoon het beste wordt gegund
- De leraar was de ijverige leerling goedgunstig gezind en gaf hem een 8.
- Het woord goedgunstig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "goedgunstig" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be