goedgelovig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: goedgelovig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- goed·ge·lo·vig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van goed en gelovig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | goedgelovig | goedgeloviger | goedgelovigst |
verbogen | goedgelovige | goedgelovigere | goedgelovigste |
partitief | goedgelovigs | goedgelovigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
goedgelovig
Gangbaarheid
- Het woord goedgelovig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "goedgelovig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be