goedgehumeurd
Uiterlijk
- goed·ge·hu·meurd
- samenstelling van goed bn en gehumeurd bn
| stellend | |
|---|---|
| onverbogen | goedgehumeurd |
| verbogen | goedgehumeurde |
| partitief | goedgehumeurds |
goedgehumeurd
- in een opperbeste stemming verkerende
- Iedereen hield van Donna vooral omdat ze altijd goedgehumeurd was en altijd het goede in de mensen zag, ze liet mensen nooit zitten.
- Het woord goedgehumeurd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "goedgehumeurd" herkend door:
| 94 % | van de Nederlanders; |
| 92 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be