godsdienstpolitiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gods·dienst·po·li·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord godsdienstpolitiek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

godsdienstpolitiek v

  1. het regeringsbeleid betreffende de godsdienst
    • Vrijheid van godsdienst is tot op zekere hoogte ook een vorm van godsdienstpolitiek. 
    • Een rigoreuze godsdienstpolitiek met als doel om in het land slechts één godsdienst te hebben kan snel leiden tot een dictatuur. 

Gangbaarheid