goce

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
gozar

goce

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van gozar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van gozar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van gozar
vervoeging van
gozarse

goce

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van gozarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van gozarse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van gozarse