gluipsnor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gluip·snor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gluip ww en snor [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gluipsnor | gluipsnorren |
verkleinwoord | gluipsnorretje | gluipsnorretjes |
Zelfstandig naamwoord
de gluipsnor m
Gangbaarheid
- Het woord 'gluipsnor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.