glucksiche

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • gluck·si·che
Woordherkomst en -opbouw
  • Pennsylvania-Duitse bijvoeglijknaamwoordsvorm met het achtervoegsel -ich en met uitgang -e

Bijvoeglijk naamwoord

glucksiche

  1. nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud stellende trap van glucksich

glucksiche

  1. datief vrouwelijk enkelvoud stellende trap van glucksich

glucksiche

  1. vergrotende trap van glucksich