Naar inhoud springen

gloor

Uit WikiWoordenboek
  • gloor
vervoeging van
gloren

gloor

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gloren
    • Ik gloor. 
  2. gebiedende wijs van gloren
    • Gloor! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gloren
    • Gloor je? 
51 %van de Nederlanders;
31 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

gloor

  1. (element)(scheikunde) chloor; scheikundig element met atoomnummer 17. Het is een geelgroen halogeen ,dat bij kamertemperatuur gasvormig is

gloor

  1. (element)(scheikunde) chloor; scheikundig element met atoomnummer 17. Het is een geelgroen halogeen ,dat bij kamertemperatuur gasvormig is