gloeiend
Uiterlijk
- gloei·end
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | gloeiend | gloeiender | gloeiendst |
| verbogen | gloeiende | gloeiendere | gloeiendste |
| partitief | gloeiends | gloeienders | - |
gloeiend [1]
- Een druppel op de/een gloeiende plaat
Iets wat misschien een klein beetje helpt, maar bij lange na niet genoeg om het hele probleem op te lossen
- Er gloeiend bij zijn
- Gloeiende kolen op iemands hoofd stapelen
Iemand die jou vijandig gezind is, vriendelijk tegemoet treden, waardoor hij beschaamd gemaakt wordt. (Bron: Bijbel en Cultuur)
| vervoeging van: | gloeien |
| verbogen vorm: | gloeiende |
gloeiend
- Het woord gloeiend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gloeiend" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %