globuline

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • glo·bu·li·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord globuline
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de globulinev / m

  1. (scheikunde)(biologie) bolvormig eiwit
     Hennepzaad bevat lecithine wat goed is voor de leverfunctie en dus ontgifting, ook zit er veel globuline in wat helpt om weefsel te herstellen en nieuw aan te maken.[2]
Hyperoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. globuline op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “Superfoods: door de bomen het bos vinden” (04 jan. 2016), De Telegraaf
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be