glaskoepel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: glaskoepel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- glas·koe·pel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van glas en koepel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glaskoepel | glaskoepels |
verkleinwoord | glaskoepeltje | glaskoepeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de glaskoepel m
- bolvormig dak gemaakt van glas
- De naam 'Lantaren' verwijst naar de glaskoepel die zich vroeger boven de grote theaterzaal bevond, destijds zo gebouwd vanuit de gedachte dat men bij een theatervoorstelling ook daglicht moest kunnen zien.
Gangbaarheid
- Het woord 'glaskoepel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.