gingen in
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gin·gen in
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ingaan |
gingen (…) in
- meervoud verleden tijd van ingaan
- Wij gingen in.
- Jullie gingen in.
- Zij gingen in.
- Wij gingen in.
Gangbaarheid
- Het woord gingen in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.