ging om

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ging om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omgaan

ging om

  1. enkelvoud verleden tijd van omgaan
    • Ik ging om. 
    • Jij ging om. 
    • Hij, zij, het ging om. 


Gangbaarheid